Het onderzoek ‘The effect of an online practice tool on math in secondary education – Evidence from a randomized feld experiment’ laat zien dat het oefenen van de rekenvaardigheden met een individueel adaptief ict-programma ervoor zorgt dat leerlingen tot een hoger referentieniveau komen. Een gemiddelde tijdsinvestering van 15 tot 30 minuten is al voldoende voor de meerderheid van de leerlingen om vooruit te gaan in rekenen. Dit experiment werd uitgevoerd onder leiding van Carla Haelermans en Joris Ghysels, beide universitair docent bij TIER (Top Institute for Evidence Based Education Research) en bij de Universiteit van Maastricht.

In de uitgave 4W 2014, nummer 4, het wetenschappelijke tijdschrift van Kennisnet over opbrengsten en werking van ict in het onderwijs, wordt het onderzoek samengevat in het artikel ‘Rekenvaardigheden verbeteren met adaptief ict-programma’. De centrale vraag is: wat is er bekend over de effecten van toegang tot en oefenen met individuele adaptieve ict-programma’s op de prestaties van leerlingen? En wat is de verklaring van deze effecten? De ict-oefenprogramma’s waar het hier om gaat (Muiswerk) geven leerlingen een individuele, adaptieve leerroute met inhoudelijke feedback op hun antwoorden.

Het experiment

Bij het onderzoek is een groot deel van de brugklasleerlingen van een brede scholengemeenschap gevraagd om thuis, gedurende 15 tot 30 minuten per week, 8 weken lang, hun rekenvaardigheden te oefenen met Muiswerk. Een aantal klassen vormde de controlegroep, die niet met Muiswerk aan de slag ging en dus minder aan rekenen werkte dan de onderzoeksgroep.

Voor een tweede experiment kregen de leerlingen van de onderzoeksgroep de beschikking over álle oefeningen en verviel het individuele karakter van het programma. Op deze manier konden de verschillen in kaart worden gebracht tussen oefenen op maat en oefenen in het algemeen.

Tot slot is gekeken wat de invloed van de locatie is. Daarvoor hebben de onderzoekers groepen leerlingen alleen thuis laten oefenen, alleen op school (onder supervisie van een leraar), en op beide locaties.

Resultaten

Het oefenen van de rekenvaardigheden met Muiswerk zorgt ervoor dat leerlingen vooruit gaan en tot een hoger referentieniveau komen. Dit geldt voor zowel vmbo-t als voor havo-/vwo-leerlingen. Een gemiddelde tijdsinvestering van 15 tot 30 minuten is voldoende voor de meerderheid van de leerlingen om vooruit te gaan in rekenen. De 20% laagst-presterende leerlingen (op de startmeting) hebben er baat bij om meer oefenminuten te maken.

Uit het tweede experiment, waarbij de leerlingen de beschikking kregen over álle oefeningen, blijkt dat lukraak en naar eigen goeddunken oefenen geen effect sorteert. Met andere woorden: het is niet louter de extra oefentijd in rekenen die het effect teweeg brengt, maar zeker ook het feit dat Muiswerk individuele adaptieve leerroutes aanbiedt.

Een vergelijking tussen leerlingen die alleen thuis oefenden, zowel thuis als op school oefenden of alleen op school oefenden, laat zien dat leerlingen die alleen thuis oefenen op zijn minst gelijk, zo niet beter presteren dan de leerlingen die alleen op school oefenen onder begeleiding van een leraar. De leerlingen thuis laten oefenen is dus net zo effectief en organisatorisch veel eenvoudiger in te voeren voor scholen.

Lees het volledige artikel in 4W (vanaf pagina 38).